De Gouden Composities van Stan Lokhin


Lieve Hugo, Oscar Harris, Ruth Jacott, Billy Jones, Humphrey Campbell, Max Nijman, Johnny Miranda, Hans Breeveld en Harold Braam. The Twinkle Stars, Happy Boys, Thunderstorms, Iwan & The Funmasters en Trafassi. Maar ook The Resurrection Singers en Hindi-pop. Je kunt deze namen niet noemen zonder in één adem ook de naam te noemen van Stan Lokhin in de functie van schrijver, componist of arrangeur en zelf als trompettist. Zijn veelzijdigheid is echt ongekend. Helaas moeten wij hetzelfde zeggen van de bijdrage die hij heeft geleverd aan de Surinaamse muziek. Nog veel te weinig is bij u bekend.

In deze blog doe ik een bescheiden poging dat euvel op te heffen. Bescheiden omdat ik weet dat de oeuvre van Lokhin vele malen groter is dan mijn verhaal.

 

door Rosita A. Leeflang

 

Stanley Ramon Lok Hin (Onverwacht, 11 maart 1947 - Amsterdam, 01 december 2010) kennen we eerder als Stan Lokhin. Hij werd als kind nummer 4 in een gezin van 15 kinderen geboren op plantage Onverwacht in het district Para; op dezelfde plantage als zijn oma 59 jaar eerder werd geboren.

"Ik heb een bijzondere samenstelling. Indiaas bloed, Chinees bloed en neger bloed. Daarom zeg ik altijd tegen collega's 'ik ben een echte Srananman', een samenstelling van alle rassen die in Suriname voort zijn gekomen", vertelt Lokhin in het eerste deel van het Nederlandse programma Suri'jazz en Para'pop afl. 1: The Godfathers.


Stan Lokhin
(Foto uit Sranan Gowtu/Diederik Samwell)


 

Leger des Heils

Zijn kennismaking met de muziek is wanneer hij eens de band van het Leger des Heils door de straten van Paramaribo ziet marcheren. Dat wil hij ook. "Het was niet zo dat ik er echt in (Leger des Heils...red) ben terecht gekomen omdat ik zo gelovig was. Van huis uit werd ik opgevoed met de bijbel, maar omdat ik nergens anders muziek kon leren .... Ik zag die mensen daar bezig zijn met trompetten en trombones en dat trok mij wel aan. Ik wilde aanvankelijk piano spelen of saxofoon maar die had je niet in het Leger des Heils. Ik heb me toen bij ze aangesloten en kreeg trompet lessen. In drie maanden tijd kon ik al meespelen in het orkest van Leger des Heils. Ik deed met alle activiteiten mee en was ook erg fanatiek", vertelt hij met een glimlach.

 

Eerste orkest

En alhoewel hij naast het Leger des Heils niet met andere groepen mocht meedoen, sloot Lokhin zich al gauw aan bij zijn eerste orkest genaamd Conjunto Tropical, die was opgericht door René Rodrigues. Zijn eerste eigen band bleef niet lang uit en op 13 jarige leeftijd begint hij The Rhythm Makers. De groep speelt de muziek die hij thuis heeft afgekeken van Orchestra Popular (de band van zijn vader Emelius Lok Hin), aangevuld met Amerikaanse soul, Caribische calypso en Surinaamse volksliedjes mét zang. Lokhin heeft dan ook al een naam voor de stijl: Latin Kaseko. "Dat was clever. We aten van alle walletjes en konden overal terecht. Overdag zat ik op school en ’s avonds traden we ergens op. Ik verdiende honderddertig gulden in de week, een vermogen. Ik was de best geklede leerling van de school."

Lokhin woont in deze tijd bij zijn grootmoeder, omdat zij hem zo graag bij zich wilt. Zijn vader is er niet blij mee dat hij zich bezighoudt met de muziek. Van pa Emelius moet Stan het onderwijs in.


Conjunto Tropical (jaren 60). Staand v.l.n.r: Eugene Bonam (saxofonist), 'Wimpy' (trompet), Stan Lokhin (trompet), Eugene Becker (maraccas/gitarist), Franklin 'Galvo'  de Windt (Congas/zanger), Humpry Anson (drummer), Eugene 'Bassey' Abrahams (bassist).
Hurkend en zitten 2e van links Humphrey 'Sancho' Lieuw On (gitaar en 2e van rechts Louis 'Castro' (zang)
(Foto: Cheryll Dolorita van Leeuwaarde/Owru Pokuman fu Sranan)


Toonaangevend

The Rhythm Makers is in die jaren dan ook één van de drie toonaangevende orkesten in Suriname naast de Swingmasters en Conjunto Siboney beter bekend als één van hun hits Koele Koele (met William 'Wilmo' Kambel, de grondlegger van de kaseko met latin invloeden). De bezetting van de bands bestaat dan veelal uit bongo's, conga's, maracas, bas, gitaar en blazers. Bij de groep van Lokhin spelen mannen die twintig jaar later in Nederland nog altijd de trend van de Surinaamse muziek bepalen. Ga dus maar na met welke kwaliteit er werd gespeeld wanneer er namen voorbijkomen zoals Carlo Jones, August Cabenda, Ewald Krolis, Eugene Bonam, André Stekkel en uiteraard Lokhin zelf. "Wij speelden van blad en begeleiden buitenlandse artiesten als Doris Troy, Jackie Opel en Bluesbusters", vertelt Lokhin trots. Overigens is Lokhin net voor zijn vertrek naar Nederland in 1966 ook verbonden aan de Politie Kapel als trompettist.



Conservatorium
Lokhin is 18 jaar wanneer hij in Nederland neerstrijkt. Vanaf dan ademt hij alleen maar muziek. Een klein jaar later -in 1966- krijgt Lokhin een beurs voor het conservatorium in Amsterdam. Maar dat verloopt niet helemaal soepel, aangezien vader Lokhin daar niets van wilt weten. "Hij moest alleen maar tekenen zodat ik een supplement kon krijgen op die beurs, maar dat heeft ie nooit gedaan", zegt Lokhin kort voor z'n dood met pijn in zijn stem. "Om toch geld over te houden, moest ik op de dok bij NDSM gaan werken."

Hij wordt met deze studie de tweede Surinaamse student op de opleiding, na John Helstone, de latere tweede concertmeester in Rotterdam. "Ik was de jongen uit de jungle. Vanaf het moment dat ik goede cijfers ging halen, werd ik met meer respect behandeld."

Voor de rest zag het leven er bijna net zo uit als in Suriname; overdag studeren en in de avond met zijn band spelen op Surinaamse en Antilliaanse feesten. Vaste plekken waren Huize de Liefde (aan de Keizersgracht) en het Roothaanhuis (aan de Rozengracht). Vanuit het hele land kwamen de feestgangers met als vaste routine: eten en daarna dansen tot de laatste trein.

 


The Rising Stars ('Surinaams Mannenkwintet') met v.l.n.r. A. Conrad (1e tenor), R. Gersie (2e tenor), John Nelom (gitarist/leider), Stan Lokhin (1e bas) en R. Burleson (2e bas)


Junglemuziek

Lokhin heeft op het punt gestaan te stoppen met zijn studie Klassieke muziek. Voor zichzelf heeft hij nooit een keus kunnen maken voor de muziek uit zijn studie en de muziek in zijn vrije tijd -lichte muziek. Lokhin raakt dan ook in problemen wanneer de directeur van het conservatorium hem laat roepen nadat hij als begeleider van Oscar Harris op tv is verschenen. "Ik kreeg een schorsing van twee weken aan mijn broek wegens het spelen van junglemuziek. Zo werd het letterlijk gezegd. Woedend was ik daarover. Ik speelde op zondag ook trompet in de Westerkerk, maar daar maakten ze geen punt van. Ik heb op het punt gestaan op te stappen. Zo onrechtvaardig vond ik het." 

 

Italië

Korte tijd later verlaat Lokhin het conservatorium alsnog. Hij gaat naar Italië en sluit zich aan bij The Needles. Een groep Surinamers die als Amerikanen werd gepromoot, zoals in die dagen wel vaker gebeurde ook in Nederland. "Dat leverde meer geld op. Voor en na de concerten mochten we uitsluitend Engels spreken. We waren goed hoor. We hebben Aretha Franklin begeleid, King Curtis en Natalie Cole. In Genua stonden we in het voorprogramma van Queen en Genesis."

The Needles vormen een attractie orkest dat laat op de avond de taken van het huisorkest in clubs en discotheken overneemt. Een concert duurt drie kwartier en alle registers worden opengetrokken. ‘Onze gitarist speelde met zijn tanden. Ik hing te blazen aan een balk. Het was een sensatie. We hebben veel geld verdiend. Ik heb mijn verstand gebruikt en ben zuinig omgegaan met mijn verdiensten. Mijn collega’s waren te gekke mannen, maar ze leefden met de dag."
Lokhin richt zijn leven anders in. Terwijl de anderen nog aan het feesten zijn, zit hij in de kleedkamer te studeren met een whiskey en een cola. Het conservatorium had namelijk geregeld dat hij zijn opleiding mocht afmaken in Parma. En dat is precies wat Lokhin doet.
Overigens krijgt hij in 1972 nog een beurs. Dit keer om in de Verenigde Staten gedurende 6 maanden een cursus in pop-producties en arrangementen te volgen. In 1977 studeert Lokhin af aan het Amsterdams Conservatorium en deed daarna nog een aantal opleidingen.

 


Optreden op de dam met The Twinkle Stars. (Filmpje fam. Lokhin)

The Twinkle Stars met Oscar Harris (zang) en Stan Lokhin (trompet)

The Twinkle Stars

Terug in Nederland, diploma op zak, voegt Lokhin zich bij The Twinkle Stars, de succesvolle begeleidingsband van Oscar Harris en Billy Jones. Het plan is om een nieuwe muzikale koers in te slaan, met de Surinaamse kaseko als nieuw ingrediënt. ‘Ik wilde de groep naar een hoger plan tillen. Om de muziek van de The Twinkle Stars in de studio voller te laten klinken, werden sessiemuzikanten voornamelijk blazers ingehuurd. Ik wilde dat ze muziek leerden lezen. Ik zei: het is leuk dat je Amerikaanse muziek speelt, maar je zult dat nooit beter kunnen dan een Amerikaan. Laten we Surinaamse muziek maken." Het resultaat is de in 1973 verschenen LP Trotyl met nummers als Poeroe Voetoe en Loekoe Fa Den Boi e Danzie. De muziek op deze lp is geschreven en gearrangeerd door Wilmo Kembel. Het blijkt een gouden greep te zijn. Toen al bijzonder was de orkestrale bezetting met onder andere drie saxofonisten en drie trompettisten. Luister hier naar een lekker schuif nummer.

 


Nog een opmerking over dit nummer. De tekst en het arrangement komen van Humphrey 'Sancho' Lieuw-on en vervolgens op papier gezet door Lokhin. Het nummer werd niet alleen in Suriname maar ook op Curaçao razend populair.

Lieve Hugo

Het succes van de platen van Lieve Hugo en Stan Lokhin begint nog voor de twee elkaar ontmoetten. Lokhin had begin jaren 70 namelijk een groep bij elkaar gebracht met mannen als René van der Lande (trompet), Botai 'Mighty Botai' Felter (zang), Eugene Bonam (drums), August Cabenda (gitaar) en Layo Gilles (bas). De naam Happy Boys begint wanneer Cabenda wordt vervangen door Harold Biervliet en Botai door Lieve Hugo en zij de studio ingaan om de muziek op te nemen. 

Het jaar is 1973 wanneer Hugo aan Stan vraagt om een plaat op te nemen, Hugo ligt echter in het ziekenhuis en Stan gaat alvast aan de slag. Wanneer Hugo zich uiteindelijk bij de groep voegt in de studio hoeft hij de nummers alleen maar in te zingen. Al het andere werk is dan al gedaan door Lokhin en Happy Boys. "Hugo was een fantastische zanger met een geweldig charisma. Hij pakte iedereen in. In 1973 was hij al ernstig ziek opgenomen in het OLVG. Hij leed aan maagkanker en had veel last van de medicijnen. Ik heb in de studio twee dagen opnamen gemaakt met de band. Daarna is Hugo de nummers komen inzingen. Hij hoorde toen ook voor het eerst wat we ervan gemaakt hadden. De hele plaat is in vijf dagen gemaakt. Hugo was ontevreden over zijn bijdrage, maar ik wist meteen dat het goed was. Er zijn tienduizenden exemplaren verkocht", vertelt Lokhin. Maar volgens andere cijfers gaat het zelfs om 25.000 exemplaren van de LP 'Lieve Hugo King of Kaseko', waarmee het de best verkopende plaat allertijden is van Suriname. In Suriname zelf vormen zich lange rijen bij muziek winkels en worden de nummers de hele dag door afgedraaid op de radio.


De echte kaseko liefhebber wordt niet moe om te luisteren naar dit album.


Binnen een jaar gaan de twee opnieuw de studio in: why change a winning team en wordt het nummer Vrij en Blij opgenomen. Ook een arrangement van Lokhin, terwijl de tekst komt van Hugo, Alberto Gemerts (die het album produceert) en Lokhin. Het nummer staat op de LP 'Wang Piepel, Wang Nation'.
Velen zijn het erover eens: zonder de inbreng van Lokhin was Lieve Hugo nooit het succes geweest dat hij anno 2020 nog steeds is.


Na het overlijden van Hugo en kort na het uitkomen van de LP Birds in the Sea van Billy Jones, krijgt Lokhin nogmaals een studiereis naar de Verenigde Staten aangeboden. Dit keer van EMI en neemt er samen met een groot orkest inclusief strijkers, nog een kaseko plaat op. 

Ook gaat Lokhin door met Happy Boys en nemen de lp 'Akoeba' op met nog meer goede kaseko en Surinaamse soul muziek.


Eigen label

Met al deze successen op zijn naam durft Lokhin het aan een nieuwe droom te verwezenlijken: een eigen label met Surinaamse artiesten. Hij neemt drie zelfgeschreven singles op met Billy Jones, Ivy Keizerweerd en in 1979 met een piepjonge Ruth Jacott. "Ik ben daar nog steeds trots op. Het was voor Europa een volstrekt nieuwe sound, een beetje afgekeken van de soul uit Philadelphia."

Het wordt in zakelijk opzicht een enorme deceptie. "Het lukte mij niet om airplay te krijgen. Als je platen wilde verkopen, moest je op de radio te horen zijn. Ik heb het vuur uit mijn sloffen gelopen. Beroemde dj’s zetten mij het mes op de keel en eisten de helft van de winst. Ik weigerde dat te betalen. Uit principe. Vijftien procent was gangbaar, maar zij wilden vijftig. Het waren pure gangsterpraktijken."
In een interview laat Lokhin ook weten dat het hem altijd pijn heeft gedaan niet overal de erkenning te hebben gehad voor de carrière van een deel van de artiesten waar hij mee heeft gewerkt. Iets dat hij deels ook aan zichzelf wijt, omdat hij afspraken nooit schriftelijk heeft vastgelegd.



 

Steeds slechter

Het wordt er maar niet beter op ook omdat artiesten begin jaren 80 steeds meer met een backing track gaan optreden. The Twinkle Stars werd omgedoopt tot Thunderstorm en in 1981 werd de gelijknamige plaat opgenomen met alleen Engelstalige nummers in het genre funk/disco. "We speelden in de stijl van Kool & The Gang en Earth, Wind & Fire. Dat ging heel aardig, tot het overlijden van Billy Jones. Hij was de motor achter de vocalen. De zanger is het gezicht. Hij moet de show verkopen. Met zijn vervangers verliep dat moeizaam. We konden bogen op oude successen, maar op een gegeven moment pikten de mensen dat niet meer. Er kwamen ook steeds meer interne strubbelingen tussen de orkestleden. Dan weet je dat het einde nadert."


De veelzijdigheid van Lokhin

Het lijkt er misschien op dat Lokhin zich merendeels heeft beziggehouden met de kaseko en de Surinaamse popmuziek, maar de werkelijkheid is anders. Deze Surinamer laat zich namelijk niet zo snel in een hokje plaatsen. Zijn veelzijdigheid blijkt tot nu al met Amerikaanse muziek, kaseko, soul, funk en disco. Lokhin doet echter veel meer.

 

Hindipop

Zo staat hij in januari 1990 op het podium al swingend als trompettist in de Hindi-popband Naya Roshnie op het Surinamuziek, een muziekfestival van Hindoestanen en Creolen die gedurende twee weekenden werd gehouden in theater Soeterijn in Amsterdam.

Een naam die hierbij zeker genoemd moet worden is zanger en componist Dhroeh Nankoe. "Stan was mijn engel", vertelt hij met een lach. "Het was 1984 en ik was nog erg jong toen Stan mij adviseerde om naar het conservatorium te gaan. Want hindostanen moeten ook vooruitgaan, zei hij. Muziek was voor hem gebed." Lokhin heeft in dit genre arrangementen geschreven die hebben gestaan aan de ontwikkeling van de hindipop muziek zoals het nu bekend is.

 

Koren

Een van zijn grote liefdes is ongetwijfeld ook koormuziek. Zijn bekendste koren zijn The Resurrection Singers en het Amsterdams Maranatha Mannenkoor. Met de eerste verzorgt hij gastoptredens tijdens concerten van muziek legenden als Stevie Wonder, Celine Dion en Mariah Carey. Het repertoire van The Resurrection Singers is vrij breed; van gospels tot popsongs tot Duitse aria's. Met dit algemeen repertoire is The Resurrection Singers één van de vele Surinaamse koren die een bloeiend bestaan hebben geleid in de zwart-Nederlandse gemeenschap.

Hij dirigeert ook het Residentie Orkest tijdens de uitvaart van prinses Juliana. Ook de naam van Carmenian Gospel Singers en Expression of Joy zien wij langskomen in zijn oeuvre.

 

Uit De Volkskrant van 23 mei 1990 halen wij het artikel met als kop 

'Triomf in Duitsland aangename verrassing voor Surinaams koor'

 

Een groep Surinamers uit Nederland reist naar een korenfestival in het Duitse Moers. De groep beschouwt 'de reis meer als een leuk tochtje'. Tot aller verbazing keren de 25 zangers van het Maranatha Mannenkoor met alle te behalen bokalen en geldprijzen huiswaarts: de prijs voor het beste koor, voor het volkslied, de dirigenten- en de publieksprijs. Een van de prijzen was voor het verplichte lied: Wem und Liebe van Franz Schubert. Bij dat onderdeel lette de jury op de uitspraak van het Duits. De koren moesten van papier zingen. "Je kon de jury geen rad voor de ogen draaien, iets anders zingen dan op papier staat." Dirigent Stan Lokhin van Maranatha zegt nog steeds verbaasd te zijn dat Maranatha op onderdelen als frasering, dictie, intonatie en uitspraak wint van het Nederlandse Borculo's Mannenkoor en het Duitse Collegium Musicum Neuss, en niet alleen op ritmiek en dynamiek.

Maranatha had overigens niet gevraagd mee te doen. "Op een goede dag lag de uitnodiging in de bus." De koorleden menen dat de uitnodiging een gevolg is van de indruk die het Surinaamse moederkoor Maranatha-Suriname in Duitsland heeft gemaakt.

 

Dansmuziek

Dat Lokhin een componist in hart en nieren is, hoeven wij niet meer te bewijzen. Muziek is muziek en dat bewijst hij opnieuw wanneer hij in juli 1989 -zoals wij lezen in De Telegraaf- speciaal de muziek schrijft voor tapdanser Marcel Peneux die dat jaar voor de tweede keer wordt uitgeroepen tot wereld kampioen tapdansen. Lokhin schrijft de muziek met in gedachten hoe het talent van Peneux zo goed mogelijk te laten uitkomen. Zie daar het succes!

Overig

De verworvenheden van Stan zijn talrijk, maar toch moeten er enkele genoemd worden. 

*Zo was hij kroonlid van het Amsterdamse Kunst Raad, de in 1952 opgerichte permanente en onafhankelijke adviesorgaan van het Amsterdamse gemeentebestuur.

*Daarnaast heeft Lokhin ook inhoud helpen geven aan het vak Wereldmuziek op het Amsterdams conservatorium en doceerde er dit vak ook. 

*En les geven op de muziekschool in Amsterdam had hij ook tijd voor.

 

De klank van Stan Lokhin
Deze blog zou mij nog maanden de tijd nemen als ik alle muziek die Lokhin heeft gecomponeerd, gearrangeerd, geschreven of geblazen moet noemen. Een opsomming die eerder zal passen in een biografie (die hij naar mijns inziens meer dan verdiend). Maar ik waag mij er toch aan en bespreek hieronder enkele artiesten en groepen waar Lokhin nog meer mee heeft gewerkt.

 

Humphrey Campbell
De voorspelling voor de jonge Humphrey Campbell van Oscar Harris en Lokhin komt uit: hij is één van de meest veel belovende ontdekkingen van de jaren 70. In 1974 wint Campbell op 17 jarige leeftijd het Jeugd Songfestival in Suriname, verhuist naar Nederland en neemt een jaar later al gelijk een single op met The Twinkle Stars bij de platenlabel Dureco. Zijn 'I really love you' en 'I need your love' klinken nog steeds erg soulful in de oren.
Oordeel zelf maar.

 

 



Max Nijman

In het jaar van onze onafhankelijkheid schieten beide heren in de roos met het album Katibo.

A1Katibo
A2Roos Marie
A3Jumping Sound
A4Ine Miene Mutte
A5Horie Mie
A6Alla Mie San E Befie
B1Freedom
B2Sranang
B3Wanna
B4Sugar
B5Farawé (Sentimental Brothers)
B6Montjie Montjie


Het hele album kun je hier beluisteren:



De single Katibo Nengre (1977) zingt Max Nijman met de Stan Lokhin Band.
Arrangement, Directie en Productie zijn van Lokhin.
Kant A: Katibo Nengre en Kant B: Ting (beiden geschreven door Max en bewerkt door Lokhin)



Beide nummers staan in hetzelfde jaar op het album Wan dei lobi met de overige nummers: 'Te mi wan sji joe', 'A kre foe da poti boi', 'Think Twice', 'Dorin', titel track 'Wan dei lobi', 'Sonja', 'Happiness' en 'Wan Mama'.

Andere nummers voor Max Nijman zijn: 'Alla mie san é befie', 'Dina Mi', 'Anke Franke', 'Konsensi' en 'Ini wan dé'. 

The Stan Lokhin Band
Wie goed oplet, heeft al gauw door dat een heel groot deel van de muziek wordt gemaakt door The Stan Lokhin Band. Echter wordt de naam niet altijd genoemd. Wanneer dat wel gebeurd is tijdens een ander knap staaltje muziek. In 1978 wordt namelijk de LP 'Spider Vox' opgenomen. Voorzang is van Orlando Seymonson, de man die wij nog kennen van Happy Boys (na Lieve Hugo). Het genre op de LP is pop en deze wordt opgenomen bij de label Fajalobie.

Een jaar later komt er wederom een knap staaltje van zijn vingers maar dan met zijn eigen Stan Lokhin Band gezongen door Orlando Seymonson. Ik vond er slechts één nummer online.


Informatie over dit album haal ik uit Het Parool van 11 maart 1978.

Lokhin had namelijk samen met mede kondreman Leo Minnaar (componist en tekstdichter) de opdracht gekregen de pittige Surinaamse muziek te vertalen voor de niet-Surinamers. Zij die de muziek minder aanvoelen. Onder het motto 'Muziek verbroedert' kreeg de plaat de naam van Spider Vox (oftewel Stem van de Spin). Muziek en teksten kwamen van Minnaar en de arrangementen en orkestratie van Lokhin.

"Veredeling van de Surinaamse amusementsmuziek is ons doel," zegt Leo Minnaar, „in grote lijnen is die zogenaamde Kaseko-muziek namelijk afkomstig van de bosnegers, afstammelingen van de indertijd van de plantages weggelopen negerslaven, die een eigen cultuur met duidelijke West-Afrikaanse elementen hebben ontwikkeld. Zelfs voor ons, ook pure Surinamers, zijn de melodieën en het ritme daarvan in zijn oervormen soms moeilijk helemaal aan te voelen. Wij willen de muziek nu voor de verstedelijkte Surinamers en vooral ook voor de Nederlanders en de andere Europeanen aanvaardbaar maken. Wij hebben de muziek nu meer aangepast, het is een vorm van integratie eigenlijk. Toch is het typisch Surinaamse muziek gebleven."

Voor het project stelde Lokhin, hoe kan het ook anders, een speciaal orkest samen van in Nederland werkende Surinaamse musici. De nummers laten een variatie horen van Nederlands, Engels en Sranan. Ook in Suriname was er veel vraag voor de lp die werd uitgebracht onder de label Fajalobie/Dureco.


De nummers op de LP: 'Kompé', 'My Home', 'Ai Mi Wani Si din', 'Te Mi Kondre Seti', 'Surinamers in Nederland', 'Kowroe e moro mi', 'Kwatta ede', 'Love Power', 'Sranan Kondre', 'Vredesmars', 'Paramaribo' en 'Wowojo Jagi'.

Geniet hier van Kowroe e moro mi:

 




De persoon Stan Lokhin
Om hiervan een indruk te krijgen praten we met zijn zoon Marlon Lok Hin. "Mijn vader schreef partijen voor nummers vanuit zijn absoluut gehoor. En dat deed hij 9 van de 10 keren. Dus hij hoorde de muziek al in zijn hoofd spelen, schreef het op en deelde de partijen uit zonder enige vorm van schroom. En ja, hier en daar zat er misschien iets fout, maar alleen het feit dat hij dit kon is een enorme kunst." Het ontzag voor zijn vader met dit talent klinkt duidelijk door in de stem van zoon Marlon. Zelf heeft hij deze kunst niet. Schrijven van nieuwe muziek doet hij middels zijn eigen instrument.
En omdat organisaties zijn kunst kenden, werd Lokhin vaker gevraagd voor projecten. Zoals bijvoorbeeld voor het concert van Aretha Franklin. Drie dagen voordat deze diva naar Nederland kwam, werd Stan gevraagd de partijen te schrijven om dan samen met het Omroep Orkest van de NOS de begeleiding van Aretha te doen. "Dat kon ik wel in hem bewonderen", zegt Marlon.
En zijn eigen ervaring? "Nou in 2000 vroeg ik hem om twee nummers op mijn CD in te blazen. Maar zoals ik werk, wilde ik dit eerst oefenen, waarop mijn vader zei 'jonge stuur de muziek voor me, ik zal zelf de muziek uitschrijven'. Dus ik dacht dit gaat niet goed, want a man no sabi a poku. Ik hoef niet te vertellen dat de opnamen feilloos gingen", klinkt het lachend. "Mijn vader werd door muziekkenners vergeleken met Quincy Jones & Duke Ellington, want wat hij deed was iets uit de tijd dat deze musici hetzelfde deden.
En ondanks zijn bijzondere talenten werkte Stan Lokhin met iedereen. "Mijn vader had geen bigi memre. Had je al een naam in de maatschappij of als je opkomend was, maakte hem niet uit, hij werkte echt met iedereen. Zijn drive was bewonderingswaardig. Niet alles draaide bij hem om het verdienen van geld. Mijn vader heeft ook heel vaak personen geholpen."

Boriman
Stan Lokhin kon ook erg lekker koken. Dat was zijn grote hobby, deelt zoon Marlon met ons. Hij was ook erg specifiek met zijn eten. "Hij kocht bijvoorbeeld nasi in centrum Amsterdam, maar reed voor het speciale vlees naar Albert Cuyp. En kon bij thuiskomst ook echt smullen", klinkt het lachend. Chinees eten was zijn specialiteit.

Erkenning
In de muziek is het vaak de arrangeur die aan het kortste eind trekt, want hoe vaak wordt bij nummers namen van componisten, schrijvers en arrangeurs genoemd. Denk bijvoorbeeld aan onze eigen Suripop. Ook hier is vaak het gemis dat arrangeurs van nummers niet bij naam genoemd worden. Dit is ook duidelijk te merken bij Stan Lokhin. Doe eens een zoek opdracht bij Discogs en zie aan hoeveel muziek hij heeft meegewerkt. Hoe vaak heeft u zijn naam gehoord bij de nummers?
"En toch is vingerwijzen in deze lastig", zegt zoon Marlon. "Alleen de personen die verder kijken zullen vragen stellen."


Zijn allergrootste droom

Lokhin heeft vanaf zijn 13e jaar het idee gehad dat de Surinaamse muziek een betere faam verdiend op internationale podia. Onze muziek zou door ook door alle andere musici gespeeld moeten worden en niet alleen door Surinamers. En precies daaraan werkte hij. Echter werd deze droom heel vroegtijdig stopgezet. 

Lokhin die wist dat hij ongeneeslijk ziek was, overleed op 01 december 2010 en werd 7 dagen later begraven in Amsterdam. Maar niet alvorens hij drie maanden eerder de één na hoogste onderscheiding kreeg van de Surinaamse overheid op initiatief van onze jazz diva Denise Jannah. Tijdens een speciaal in elkaar gezette en uitverkochte avond in het Bijlmerpark Theater in Amsterdam te midden van personen en groepen voor en met wie hij muziek heeft gemaakt, werd hij benoemd tot Commandeur in de Ere Orde van de Gele Ster. Zijn reactie daarop 'het doet me goed deze waardering te krijgen uit mijn geboorteland'. Deze onderscheiding is om meer dan één reden meer dan verdiend, want in zijn werkbaar leven staat hij als beroepsmusicus op podia in Italië, Zwitserland, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Oostenrijk, Turkije, Indonesië, Australië, Singapore, Tunesië, Marokko en Zweden.



Een verslag van het eerbetoon aan Stan Lokhin


Stanley Ramon Lok Hin kunnen we samenvatten als arrangeur, orkestleider, (koor)dirigent, producer, trompettist en zangpedagoog; en misschien nog mooier en naar waarheid aangegeven "de godfather van de Surinaamse lichte muziek". Hij was slechts 63 jaar toen hij dit aardse leven verliet, maar zijn handtekening in de Surinaamse muziek is er één die blijvend is en naar mijn bescheiden mening nog altijd voortgezet moet worden. "Het werk was voor hem nog lang niet af", zegt zoon Marlon. "Hij had echt nog zoveel willen doen."
Stan Lokhin heeft zich 100 procent ingezet voor de Surinaamse muziek. Wat heeft de Surinaamse muziek (scene) voor hem gedaan?

BIJ OVERNAME BRONVERMELDING VERPLICHT!

Bronnen
*https://www.mixedworldmusic.com
*de Nederlandse kranten: Het Parool / De Telegraaf / De Volkskrant

*www.delpher.nl
*Boek: Surinaamse muziek in Nederland en Suriname - Marcel Weltak (1990)
*programma Suri'jazz en Para'pop afl. 1: The Godfathers (juli 1994)
*programma Full Color (oktober 2010)

*interview met zoon en schoondochter Marlon & Juliette Lokhin

 


Comments

  1. Rosita, kort gezegd: bun tori. Gran tangi voor de vastlegging!

    ReplyDelete
  2. U moet ook wat vragen aan Sandra Lok-Hin dat is Stan zijn dochter

    ReplyDelete

Post a Comment

Popular posts from this blog

Het lied "Zestien April" is een echte traditional

De diepzinnige teksten van Kasekolegende Iwan Esseboom

Happy Boys ná Lieve Hugo