Het lied "Zestien April" is een echte traditional

Gouddelvers, totslaafgemaakten, rechten, feesten, Ansubangi, gevoelens en vrijheid. Woorden die allemaal in verband worden gebracht met die bijzondere datum van 16 april. Elk jaar zijn er weer mensen -nu vooral op sociale media- die zich afvragen wat die datum zo bijzonder maakt...vooral omdat deze datum ook wordt bezongen door diverse artiesten. Alhoewel de versie van Max Woiski Sr. uit 1957 de bekendste en de eerste lijkt te zijn, kwam ik gisteren nog een eerdere versie tegen. Van De Zapakara's o.l.v. Lex Vervuurt. Zijn versie dateert van tien jaar eerder. Ik vraag me dan gelijk af...wie schreef ooit de tekst van dit nummer?

Wat gebeurde er op 16 april?
Daarover zijn er twee versies die de ronde doen op internet. Zelf ken ik die van de gouddelvers. De belangrijkste goudvindplaatsen rond de vorige eeuwwisseling waren in het Mindrinetiegebied aan de Boven-Saramacca, het gebied rond de Sarakreek aan de Boven Suriname en het gebied aan de Tapanahony tussen de Tapanahony en de Lawa.
Het verhaal gaat namelijk dat de gouddelvers op of rond 16 april vanuit Paramaribo naar het binnenland van Suriname vertrokken. Zij gingen via de Mindrinetie en de Tapanahony naar Marowijne of via Boven-Suriname en Afobaka naar Brokopondo. 
*Historicus André Loor (+) vertelt: "Dit lied speelt zich vooral af rond de mensen die naar de Tapanahony gaan. En de reis daarnaartoe was niet eenvoudig. Er was nog geen oostwestverbinding dus wie naar de goudvelden daar wilde gaan, moest eerst een zeereis maken naar Albina toe en in Albina overstappen in kleine korjalen en dan verder gaan. De goudzoekers die er naartoe gingen die tekenden een contract voor drie of vier maanden. Wanneer zo'n goudzoeker uit Paramaribo vertrok dan betekende dat voor de geliefde die hij achter liet en voor hem natuurlijk dat ze elkaar gedurende lange tijd niet zouden zien en dan wordt het ook duidelijk dat er tranen vergoten worden dat men toch een beetje in een treurige stemming verkeert. En dat is dan de achtergrond van dit lied."
De gouddelvers bleven op de velden tot eind november en keerden terug met het gedolven goud. De periode van feesten brak daarmee aan en liep dus van december tot en met april, waarna zij zich wederom klaarmaakten om het binnenland in te trekken. 

Ansubangi
De tekst luidt: Falawatra miti mi na Ansubangi oftewel Laagwater overkomt mij bij de Ansubangi. Een duik in de geschiedenis leert volgens één uitleg dan Ansubangi een terrein aan de Saramaccastraat was, waar nu de NV EBS staat. Het terrein was eigendom van de Familie Dansjoe, waarnaast ook een pandhuis gevestigd was. En vanaf die plek vertrokken de gouddelvers elk jaar weer en arriveerden er ook, vanaf 1878 - 1910.
Maar Loor geeft een andere uitleg van de plek. Ansu = Meerzorg (een plaats tegenover Paramaribo). Bangi = bank oftewel zandbank. Ansubangi is de rivierbank tussen de modderbank in de Surinamerivier voor het plaatsje Meerzorg. Bij vertrek konden de boten niet de kortste route pakken naar zee, maar moesten eerst een grote bocht maken om die bewuste bank heen. Na de bocht bleven ze onzichtbaar voor de achterblijvers.
Overigens vertrokken de gouddelvers niet vanuit Ansubangi, zegt Loor, maar vanuit de Platte Brug aan de Waterkant. Dat was namelijk het vertrekpunt zoals geregeld door de politie. De lokatie stond ook tegenover het voormalig hoofdbureau van de politie.

Specifiek Zestien April
Voor Loor is de datum van 16 april toevallig gekozen. Hun vertrek naar het binnenland was gebonden aan een bepaalde periode waarbij hoogwaterstand een vereiste was. En op 16 april staan we aan het begin van de grote regentijd in Suriname. Er was tijdens het goud delven veel water nodig om het goud te wassen. 

Tweede verklaring
En dan is er nog een tweede verklaring. Die is afkomstig van Imro Smith, onderzoeker en schrijver van de Surinaamse arbeidsgeschiedenis.
Smith vindt de eerste verklaring van het nummer niet waterdicht en niet aannemelijk mede vanwege het feit dat de grote regentijd pas eind april begint. "Onze aardrijkskunde boeken noemen geen datum die als scherpe overgang dient tussen de droge- en de regentijd." Over één ding is hij het wel eens. De inhoud van het lied heeft zijn oorsprong in de tijd van de slavernij in ons land.

Nieuwe rechten
De publicatie in het gouvernementsblad
In zijn onderzoek komt Smith een publicatie tegen in het gouvernementsblad van 16 april 1863 (G.B. 1863, no 9) over de rechten die totslaafgemaakten kregen als arbeiders. Zij kregen rechten als het huren en verhuren van arbeid als handelswaar; alsook toestemming om de plantage waar ze arbeid verrichten te mogen verlaten. Deze publicatie betekende al veel meer dan de een jaar eerder aangekondige afschaffing van de slavernij. 1 juli 1863 liet lang op zich wachten en dus leidde de publicatie van 16 april 1863 tot euforie onder de totslaafgemaakten. Zij zagen hiermee namelijk een uitweg om de plantage te verlaten om hun eigen ding te gaan doen. "In die tijd was het geprek van de dag gericht op Tapanahony, het Eldorado in ons land waar een goudkoorts heerste onder eerder weggelopen totslaafgemaakten", zegt Smith.

Inhoud nummer
En dus wat wordt er dan gezongen in dit nummer? Smith schrijft hierover: "In het lied bezingt het personage (lees: totslaafgemaakte) zijn vermeende vrijheid waarop hij zich verheugd op 16 april 1863. Hij fantaseert over zijn vertrek naar Tapanahony als zijn nieuwe bestemming. Hij was ervan bewust dat hij zijn vrouw zou moeten overhalen om met hem mee te gaan. Hij wist dat zijn vrouw het stadsleven (lees plantage) niet gemakkelijk zou opgeven voor een nieuw avontuur in het diepe oerwoud. Hij hield haar een toekomstbeeld voor, welke neerkwam op een overvloed aan goud dat ze zou bezitten indien ze zou instemmen met het vertrek. Het goud dat volgens hem voor het oprapen was, zou prijken aan al haar vingers en om haar nek. Ze had volgens hem daarom geen reden om te treuren over alle goeds wat ze zou achterlaten. In zijn verbeelding over zijn vertrek, zag hij als enige tegenvaller het achterlaten van zijn liefjes, omdat hij ze niet meer zou zien. Bij vertrek raakte hij daarover in het gemoed ontroerd. Dit deel van het lied heeft betrekking op de erotiek van de slaven, die een niet te onderschatten prikkel was ter versterking van hun levenskracht. Dit gedeelte geeft tegelijkertijd ook aan, de vertwijfeling die was opgetreden bij de slaaf om te vertrekken naar de nieuwe bestemming."

En Ansubangi dan?
Volgens het boek ‘De afstammeling van de bosnegers’ van de auteur L. Junker (1922) is Ansu een plantage geweest ter hoogte van wat wij vandaag kennen als Meerzorg in Commewijne. Deze plantage was een beetje afgelegen van de Surinamerivier. Ansubangi moet de plek zijn geweest langs de rechteroever (stroomafwaarts) van de rivier, van waaruit bootjes aan- en afmeerden. De de totslaafgemaakten moesten ernaar toe lopen, vandaar er wordt gezongen ‘ma di mi doro na Ansubangi’ Het verhaal heeft zich afgespeeld op deze plantage.
Zo luidt de verklaring van Smith op dit deel.

Geen gelukkig einde
Echter had dit verhaal niet bepaald een 'happy end', want de 'Wet van 16 april' zou pas drie maanden daarna in werking treden; juist ja op 1 juli. Dat was toen bewust of onbewust verzwegen voor de totslaafgemaakten, die nog even moesten bikkelen tot de afschaffing van de slavernij alvorens ze gebruik konden maken van de nieuwe rechten. Maar dat ontnam ze niet het plezier dat ze toen al hadden bezongen in het nummer en later de inspiratie wordt voor onder andere Lex Vervuurt en Max Woiski om het eveneens te bezingen.

Mijn conclusie
*Beide verklaringen kunnen worden gebruikt, ook omdat historicus Loor aangeeft dat die 16 april niet om een bepaalde reden is gekozen. 
*Maar het kan toch ook zijn dat de ene verklaring naadloos aansluit op de andere? Want de totslaafgemaakten konden niet vanaf 16 april al gelijk naar de goudvelden trekken en konden dat pas vanaf 1 juli. En dus deden het dan ook volgens de omschrijving van historicus Loor, maar dan wel vanaf 16 april 1864.
*De song is een traditional. Waar ik al jaren denk dat Max Woiski die rechten had, blijken er dus eerdere opnamen te zijn en bestaan er dus meerdere covers van het nummer. Dus ook jij kunt je eigen versie maken. (zie hieronder links met meerdere uitvoeringen).
En dus zoals hierboven blijkt, is het nummer ontstaan rond de afschaffing van de slavernij.

Fijn is wel dat we nog lange jaren zullen blijven praten over dit nummer en er nog meer leuke discussies zullen volgen. Meezingen is en blijft altijd een optie. Of we dat doen bij Ansubangi en met of zonder Rosalina, de woorden in het nummer staan als een paal boven water: gouddelvers, totslaafgemaakten, vrijheid en vreugde daar draaide het uiteindelijk allemaal om.

Rosita Leeflang
-muziek entrepreneur

Bij overname bronvermelding verplicht!!



De plaat uit 1961 waar '16 april' ook op staat
Luister hier naar de versie van De Zapakara's (1948) met voorzang van Eddy Buth: 





De tekst (verschilt van Max Woiski):
Sestin april
di mi boto lai
Na Tapanahoni, drape mi de go (2x)

Te mi prakseri den foto-wenke
Dan mi ati sari fu tru (2x)

Gowtu keti na yu neki,
Gowtu linga na yu finga
Rosalina, sande yu de krei? (2x)

Interlude

Gowtu keti na yu neki,
Gowtu linga na yu finga
Rosalina, sande yu de krei? (2x)







Max Woiski Sr.

Max Woiski Sr. (saxofonist en tekstschrijver) bracht het nummer op de EP (1957): Max Woiski en Zijn Zuidamerikaans Orkest, waarop naast het nummer Zestien April ook de nummers La Mucura, Basia Fong en Hold 'M Jo te horen zijn.







De tekst (verschilt van De Zapakara's):

Na sestin april
di mi boto lai
Na Tapanahoni, na drape mi de go (2x)

Falawatra miti mi na Ansubangi
Na Tapanahoni na drape mi de go (2x)
De omslag van de EP van Max Woiski

Na sestin april
di mi boto lai
Na Tapanahoni, na drape mi de go (2x)

Ma di mi doro na Ansubangi,
ne mi ati de sari fu tru
Di mi memre den moimoi foto-wenke
ne mi ati de sari fu tru

Interlude

Gowtu keti na yu neki,
Gowtu linga na yu finga
Rosalina, san yu de krei? (2x)

Rosalina, Rosalina
Rosalina, fu san yu de krei.


Er zijn nog meerdere versies bekend, alleen met hun eigen aanpassingen in teksten.
> Mijn favoriete juweeltje dat ik door snuffelen tegenkwam van Johan Zebeda uit 1978, uiteraard een kawna uitvoering:

Update 16 april 2024:
Helaas merk ik vier jaren verder dat de video en het lied van Zebeda nu zijn afgeschermd voor Suriname. Ik ga wel weer opzoek om het alsnog te uploaden.




> The Golden Stars:





> Clarence Breeveld



Update 16 april 2024:
Zie hier nu ook de versie van fluitist Ronald Snijders.



Comment van Sietze Sint Nicolaas op facebook op 16 april 2024 met bijbehorende foto:
Ik denk dat "16 april" op het label van de 78-toerenplaat (Decca M36329) uit 1948 terecht vermeld staat als "traditional", dus als een van oudsher veel gezongen liedje zonder bekende auteur.





Bronnen:
*de uitzending van het radioprogramma Zorg en Hoop van zondag 16 april 1995. 
Alle uitzendingen dat jaar stonden in het teken van 20 jaar Onafhankelijkheid en 15 jaar Staatsgreep
*Imro L. Smith. Een aangeboden stuk uit 2016: https://www.gfcnieuws.com/aangeboden-16-april-het-liedje-van-verlangen/
*de facebook groep: Owru Pokuman fu Sranan

Comments

  1. Wij kregen de volgende reactie op onze blog van Stuart Rahan:

    Ik heb hem gelezen. Heel interessant de oorsprong te achterhalen. Als het lied zijn oorsprong heeft op 16 april 1863 (volgens IS) dan hebben de slaven nog minstens tien jaar moeten wachten (Staatstoezicht) voor ze dat goud zelf konden gaan zoeken. Lijkt op het bekende beer en huid verhaal zoals de olie voor onze kust. Maar goed, André Loor noemt 1878 als begin van de goudkoorts. Een voor mij aannemelijker jaar. De spirit is er en de goudvondsten maakten vele verhalen los. Zo waren er verhalen van porknokkers die tabak in dure biljetten rolden en die oprookten. A moni ben de, w'e mek' a lolo.
    En Ansubangi dan?
    IS beweert’: “De de totslaafgemaakten moesten ernaar toe lopen, vandaar er wordt gezongen ‘ma di mi doro na Ansubangi’. Het verhaal heeft zich afgespeeld op deze plantage.” Als slaafgemaakten naar Ansubangi moesten lopen dan klopt de datum van 16 april 1863 of 16 april 1864 dan ook niet. Toen was de slavernij al afgeschaft maar moest ‘men’ nog tien jaar op de plantage gewerkt worden. Ik ken geen verhalen over slavendrijvers die zulke dure ondernemingen organiseerden voor het goud in Eldorado behalve toen ze er pas waren aan het begin van de zestiende eeuw. Ik lees in ‘ma di mi doro na Ansubangi’ bijvoorbeeld dat de boot al ergens vandaan vertrokken is. Je komt er niet aanlopen.
    Ansubangi is volgens AL een terrein aan de Saramaccastraat, waar nu de NV EBS staat. Hier heb ik mijn twijfels over. Lijkt mij vreemd dat Ansubangi een aanlegsteiger is aan de Surinamerivier in Paramaribo nabij EBS en de naam gebruikt van Meerzorg/Ansu die aan de overkant in Commewijne ligt. Voor een liedjesschrijver mag daar geen misverstand over bestaan anders haalt hij zijn eigen verhaal onderuit. Ansubangi is een zandbank voor de kust van Commewijne waarlangs gevaren moest worden om via de zee en de Marowijnerivier via de Tapanahonyrivier het Tapanahonygebied te bereiken en hij onderweg met falawatra te maken kreeg. Maar hij was er zeker van ondanks den moymoy wenke ini a foto (zie daar Paramaribo als vertrekpunt) ben de ini en prakseri tu.
    De verhalen versterken elkaar. Een mooi gegeven zoals veel traditionele liedjes stammen uit de slavernij. Maar deze is zo specifiek in zijn tekst dat de verhalen erom heen het lied alleen maar mooier en spannender maakt. Neem Rosalina bijvoorbeeld. Laat hij haar achter met gouden ringen en kettingen of laat hij haar achter met de belofte dat hij gouden ringen en kettingen voor haar mee gaat nemen? Wie weet a yonkuman teki wan voorschot tapu a lobi nanga na pramisi taki te a dray baka a sa pay en payman nanga gowtu linga nanga keti…
    De tekst (verschilt van De Zapakara's):
    Na sestin april
    di mi boto lai
    Na Tapanahoni, na drape mi de go (2x)
    Falawatra miti mi na Ansubangi
    Na Tapanahoni na drape mi de go (2x)
    Na sestin april
    di mi boto lai
    Na Tapanahoni, na drape mi de go (2x)
    Ma di mi doro na Ansubangi,
    ne mi ati de sari fu tru
    Di mi memre den moimoi foto-wenke
    ne mi ati de sari fu tru
    Interlude
    Gowtu keti na yu neki,
    Gowtu linga na yu finga
    Rosalina, san yu de krei? (2x)
    Rosalina, Rosalina
    Rosalina, fu san yu de krei.

    ReplyDelete
  2. Goedemiddag, hoe gaat het? Ik ben Braziliaans en ik ben op zoek naar nieuwe volgers voor mijn blog. Ik kan jou ook volgen. Ook nieuwe vrienden zijn welkom.

    https://viagenspelobrasilerio.blogspot.com/?m=1

    ReplyDelete
  3. Ik kwam tot de verrassende ontdekking dat ook Liesbeth List hier ooit een versie van heeft opgenomen https://www.youtube.com/watch?v=TYAD2ij9so8

    ReplyDelete
    Replies
    1. Ja helaas is het niet zichtbaar in Suriname en kunnen er hier dus niet naar luisteren.

      Delete

Post a Comment

Popular posts from this blog

De diepzinnige teksten van Kasekolegende Iwan Esseboom

Happy Boys ná Lieve Hugo